Glycymeris glycymeris (Linnaeus, 1758)
NL Gewone marmerschelp
En redelijk grote, stevige schelp met een duidelijk taxodont slot. De schelp is cirkelrond met een glad uiterlijk en gekleurde strepen.
×
534241299 0
534241299 0
×
534241299 1
534241299 1
Lengte:75 mm
Hoogte:75 mm
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar
:ja 1
Schelp:ja 2
   Vorm:cirkelvormig
   Tweekleppig:ja 1
   
DikteDikte van het schelp materiaal
:stevig
   
ApexHet eerst gevormde deel van de schelp (top).
:in het midden, klein, spits, iets uitstekend
   
Umbo
Het eerst gevormde deel van de schelp en de daarop volgende gewelfde groeizone. Deze zone kan een paar kenmerkende eigenschappen hebben:
opisthogyr
De umbo is naar achteren gericht
prosogyr
De umbo is naar voren gericht
orthogyr
De umbo's zijn naar elkaar gericht
spirogyr
De umbo's van elkaar af gericht
:tamelijk gewelfd
   Onderrand:gecreneleerd met vrij grove driehoekige kartelingen
   
PeriostracumHet periostracum is in het Nederlands bekend als de opperhuid. Het is de buitenste laag van de schelp, opgebouwd uit conchioline vermengd met kalk, en beschermt de schelp tegen de inwerking van (zee)water en zuren.
:ja
      Dikte:zeer resistent
      Kleur:donkerbruin
      Structuur:viltig
   
OstracumHet ostracum is de tweede laag van de schelp. Deze laag, ook wel prismalaag of porseleinlaag genoemd, bestaat uit calciet, of uit calciet en argoniet, wat voornamelijk bestaat uit calciumcarbonaat. Het zijn kleine primatische kristalletjes die loodrecht staan op de buitenste laag en dan prismalaag heet of als gekruiste lamellen en dan porceleinlaag heet. In beide gevallen hebben we het nog steeds over het ostracum.
:ja
      Kleur:geelachtig, met paarsbruine strepen en vlekken. Soms overheerst het bruin zodat wit op bruin tekening ontstaat.
      Structuur:weinig of niet glanzend
         
ParallelDe structuur parallel aan de groeilijnen
:fijne ribben
         
HaaksDe structuur haaks op de groeilijnen
:talrijke fijne ribben
   
LigamentHet ligament zorgt ervoor dat de kleppen in rust toestand open staan. Door het gebruik van de sluitspieren kan het dier de kleppen sluiten. Het ligament is gemaakt van conchioline. Het ligament kan inwendig en/of uitwendig zijn. Het inwendige deel heet het resilium en is een prop concioline die de kleppen open drukt. Het uitwendige deel heet het tensilium en bestaat uit een band conchioline die de kleppen open trekt. Het tensilium bevindt zich nabij de apex van de schelp.
:ja
      
TensiliumHet uitwendige ligament dat als een band zichtbaar is en de schelpkleppen open trekt.
:ja
         Vorm:bestaande uit 8-10 strengen (multivinculair)
         Kleur:donkerbruin
         
TypeWe kennen verschillende typen:
parivinculair
lang en cylindervormig, dit is de meest voorkomende.
:Duplivincular 2
      
NymfGroeve waarin het tensilium aangehecht is
:smal
   
SlotplaatDe plek waar de tanden van de schelp op staan
:breed
   
TandenDe tanden zorgen ervoor dat de twee kleppen netjes op elkaar sluiten:
Anodont
Zonder tanden
Dysodont/Desmodont
Kleine, zwakke tanden nabij de top. Of: tanden in de vorm van een aantal knobbeltjes
Taxodont
Een groot aantal gelijkvormige tanden die recht, waaiervormig of chevronvormig (V-vormig) onder de top staan.
Heterdont
2-3 cardinale tanden direct onder de top en enkele laterale tanden langs de voor- en achterrand.
Isodont
Zeer grote tanden aan beide kanten van de resiliumgroeve. Of: enkele symmetrische gerangschikte tanden
Schizodont
Zeer grote tanden met parallele groeven evenwijdig met de as van de tand.
Pachydont
Grote, zware, lompe tanden. De vertanding komt alleen voor in "rudists"
:Taxodont 2
      Aantal voor:10-15
      Aantal achter:10-15
      Beschrijving:tamelijk breed en stomp, nooit kamvormig, boogvormig ingeplant; de voorste, achterse tanden en die onder de apex zijn het zwakst ontwikkeld
   Binnenzijde 
      Kleur:geelwit met onregelmatige paarsbruine vlekken, vooral in het middelste deel, maar vaak ook bij de spierindruksels en langs de basale rand.
   Sluitspierindruksels:ja
      
TypeVolgende types worden onderscheiden:
Homomyaar
Ook bekend als Isomyaar. Twee (bijna) gelijke sluitspierindruksels
Heteromyaar
Twee ongelijke sluitspierindruksels
Monomyaar
Slechts 1 sluitspierindruksel, dit is meestal het achterste
Trimyaar
Drie sluitspierindruksels
:Heteromyaar 3
      Aantal:2
      Vorm:Spierindruksels zijn bijna gelijk, achterste is iets groter 3
      Beschrijving:groot, ongeveer symmetrisch en vak door een duidelijk richel afgescheiden
   Mantellijn:ja
      Beschrijving:enkelvoudig
      Mantelbocht:nee
Lichaam:ja 1
   Mantel:ja 1
Habitat:tussen 10 en 1300 meter, zandig met stenen en schelpenfragmenten
   Vindplaatsen:De schelp wordt zelden langs de Nederlandse kust gevonden worden. De meeste kans maakt u in suppletie materiaal of in de buurt van het Zwin. Juveniele exemplaren komen weleens voor in wulkeneieren. Soms ook te vinden aan wier.I
   Verspreiding:Atlantische kust van Europa en Afrika, van Engeland tot bij de Kaap Verdische eilanden. Ook in de middellandse zee
Tijdvak:Reeds bekend uit het Krijt. 4
Bevruchting:vrij in zee 4
Literatuur:
Foto verantwoording:Gevonden bij Gorishoek (Zeeland)
Bronnen:
  1. https://www.strandwerkgemeenschap.nl/Bivalvia
  2. https://www.strandwerkgemeenschap.nl/tweekleppigen/Arcoidea
  3. https://www.strandwerkgemeenschap.nl/tweekleppigen/Glycymerididae
  4. https://www.strandwerkgemeenschap.nl/tweekleppigen/Glycymeris
© 2006 - 2025 strandvondsten.nl / Powered by huwatoco.nl / info@huwatoco.nl