Grote strandschelp
- Biota - Animalia - Mollusca - Bivalvia - Autobranchia - Heteroconchia - Euheterodonta - Imparidentia - Venerida - Mactroidea - Mactridae - Mactrinae - Mactra



| Bijzonderheden | : | Oude schelpen zijn dikschaliger en hebben vaak donkere kleurbanden. |
ExoskeletEen versteviging van het lichaam aan de buitenkant en direct zichtbaar | : | ja 1 |
| Schelp | : | ja 1 |
| Vorm | : | breed-driehoekig tot ovaal |
| Tweekleppig | : | ja 1 |
| GelijkkleppigBij tweekleppigen of de linker- en de rechterklep min of meer gelijk zijn | : | ja 2 |
| HoogteDe maat van top tot onderrand | : | 50 mm |
| LengteVan apex tot opening, voornamelijk bij stoottanden | : | 65 mm |
| DikteDikte van het schelp materiaal | : | dun maar vrijstevig |
| SemidiameterCommissuurvlak tot grootste bolling | : | 28 mm |
| SymmetrischLigt de apex in het midden van de schelp | : | ja |
| ApexHet eerst gevormde deel van de schelp (top). | : | in het midden, uitstekend |
| Umbo
| : | orthogyr, tamelijk gewelfd |
| Bovenrand | : | driehoekig |
| VoorrandBij tweekleppigen de zijrand waar de sipho's niet uitkomen | : | rond |
| AchterrandBij tweekleppigen de zijde waar de sipho's uitkomen | : | rond |
| Onderrand | : | rond |
| CommissuurRaaklijn waarlangs de kleppen op elkaar vallen, dit ligt vaak in 1 vlak, het zogenaamde commissuurvlak. | : | vlak |
| PeriostracumHet periostracum is in het Nederlands bekend als de opperhuid. Het is de buitenste laag van de schelp, opgebouwd uit conchioline vermengd met kalk, en beschermt de schelp tegen de inwerking van (zee)water en zuren. | : | ja 3 |
| Dikte | : | gewoonlijk weinig resistent 3 |
| Kleur | : | bruingeel 3 |
| Structuur | : | vezelig 3 |
| OstracumHet ostracum is de tweede laag van de schelp. Deze laag, ook wel prismalaag of porseleinlaag genoemd, bestaat uit calciet, of uit calciet en argoniet, wat voornamelijk bestaat uit calciumcarbonaat. Het zijn kleine primatische kristalletjes die loodrecht staan op de buitenste laag en dan prismalaag heet of als gekruiste lamellen en dan porceleinlaag heet. In beide gevallen hebben we het nog steeds over het ostracum. | : | ja 3 |
| Kleur | : | Geelwit, lichtbruin, vleeskleurig/roze, met vanuit de top stralende, paarsbruine kleurbanden. |
| Structuur | ||
| ParallelDe structuur parallel aan de groeilijnen | : | enkele duidelijke groeilijnen en zeer fijne concentrische lijntjes (loep) |
| LunulaBij tweekleppigen een veldje voor de umbo dat min of meer duidelijk begrensd is. Ook bekend als maantje. | : | ja |
| Beschrijving | : | niet scherp omlijnt |
| AreaEscutcheon of rugveld; Een min of meer duidelijk begrensd langwerpig veld achter de umbonen bij een deel van de tweekleppigen, naast en achter het uitwendig ligament. In het algemeen is het afwijkend van sculptuur van de rest van de schelp. | : | omlijnt met een kiel |
| LigamentHet ligament zorgt ervoor dat de kleppen in rust toestand open staan. Door het gebruik van de sluitspieren kan het dier de kleppen sluiten. Het ligament is gemaakt van conchioline. Het ligament kan inwendig en/of uitwendig zijn. Het inwendige deel heet het resilium en is een prop concioline die de kleppen open drukt. Het uitwendige deel heet het tensilium en bestaat uit een band conchioline die de kleppen open trekt. Het tensilium bevindt zich nabij de apex van de schelp. | : | ja 3 |
| Beschrijving | : | kleine lijst tussen uitwendig ligament en het resiliumveld 3 |
| ResiliumHet inwendige ligament dat als een prop bij de umbo zit en de schelpkleppen open drukt. | : | ja 3 |
| SlotplaatDe plek waar de tanden van de schelp op staan | : | gebogen, resiliumveld steekt uit |
| TandenDe tanden zorgen ervoor dat de twee kleppen netjes op elkaar sluiten:
| : | Heterodont 2 |
| CardinaalDe cardinale tanden liggen direct onder de top en zijn vaak wat kort en stomp. | : | ja 2 |
| Linker klep | : | ja 3 |
| Aantal | : | 1 3 |
| Beschrijving | : | in het midden als een driehoekig dakje gebogen. Vlak achter het achterste been van dit dakje en ongeveer parallel daaraan loopt een kleine smalle rand van kalk tussen de tand en het resiliumveld 3 |
| Rechter klep | : | ja 3 |
| Aantal | : | 2 3 |
| Beschrijving | : | de 2 tanden staan loodrecht op elkaar, waarbij de rechter bijna parallel loopt aan de bovenrand |
| LateraalDe laterale tanden liggen wat verder verwijderd vanaf de top en zijn vaak wat langer gerekt. | : | ja 4 |
| Beschrijving | : | duidelijk ontwikkeld en glad, aan de binnen en buitenkant, in beide kleppen 3 |
| Rechter klep | : | ja 3 |
| Aantal | : | 4 4 |
| Voor | : | ja 3 |
| Aantal | : | 2 3 |
| Beschrijving | : | lang lijstvormig 3 |
| Achter | : | ja 3 |
| Aantal | : | 2 3 |
| Beschrijving | : | lang lijstvormig 3 |
| Linker klep | : | ja 3 |
| Aantal | : | 2 4 |
| Voor | : | ja 3 |
| Aantal | : | 1 3 |
| Beschrijving | : | lang lijstvormig, glad 3 |
| Achter | : | ja 3 |
| Aantal | : | 1 3 |
| Beschrijving | : | lang lijstvormig, glad 3 |
| HypostracumDe binnenste van de drie lagen (niet altijd aanwezig) ook wel parelmoerlaag genoemd. Deze laag is opgebouwd uit koolzure kalk die is afgezet in zeer dunne bladvormige kristallen. Wordt gemaakt door de gehele mantel. | : | nee 2 |
| Binnenzijde | : | 3 |
| Kleur | : | wit, of paarsviolet, of lichtbruin |
| Umbonale holte | : | meestal tamelijk gewelfd 3 |
| Sluitspierindruksels | : | ja 3 |
| Aantal | : | 2 3 |
| Voorste | : | ja |
| Beschrijving | : | heeft een sterke inbochting in het midden |
| Mantellijn | : | ja 4 |
| Mantelbocht | : | ja 4 |
| Beschrijving | : | kort en wijd, tongvormig |
| Lichaam | : | ja 1 |
| Mantel | : | ja 1 |
| Voet | : | ja 4 |
| Vorm | : | spits toelopend |
| Kleur | : | wit 4 |
| Byssusklier | : | nee |
| Siphonen | : | ja 4 |
| Beschrijving | : | over de gehele lengte door een gemeenschappelijk omhulsel omgeven. 3 |
| Lengte | : | kort 4 |
| Ademhalingsorgaan | : | ja 2 |
| Kieuwen | : | ja 2 |
| Type
| : | Lamellibranch 2 |
| Habitat | : | leven ondiep ingegraven in zand, schelpengruis of modder. 4 |
| Diepte | : | 20-30 m |
| Verspreiding | : | Van Zuid-Noorwegen tot de Kanarische eilanden. Ook in de Middellandse Zee. Niet in de Oostzee. In de diepere delen van de Noordzee, o.a. op de |
| Tijdvak | : | vanaf Holoceen |
| Literatuur | : |
|
| Bronnen | : |